EEN OPEN ONTSLAGBRIEF VAN SWAMI ABHAYANANDA AAN MUKTANANDA

Beste Muktananda,

Ik voel dat de tijd gekomen is om een getuigenis af te leggen voor u en voor al mijn vrienden in Siddha Yoga:

De gebeurtenissen die tot mijn vertrek uit Siddha Yoga geleid hebben begonnen in South Fallsburg in de zomer van 1980, toen ik naar een huis werd geroepen van een volgelinge van u in de buurt (van de ashram). Deze vrouw vertelde me over een tienermeisje dat haar in vertrouwen verteld had dat u, Muktananda, haar naar uw kamers had geroepen, haar had gevraagd zich uit te kleden, en u vrijheden met haar had gepermitteerd zogenaamd om te controleren of ze nog maagd was. Ik was natuurlijk geschokt, maar dacht bij mezelf: “het meisje liegt natuurlijk! Maar zelfs als dat niet zo is, moet er een goede reden voor zijn. Hij is een Siddha–hij kan doen wat hij wil.” Ik deed geen verder onderzoek en sprak niet met het meisje. Dat was het einde van die kwestie.

De vrouw ging daarna terug naar haar huis, naar Europa, en kort daarna verdween Swami Tejomayananda op geheimzinnige manier. U had van iemand gehoord dat de vrouw over het verhaal van het jonge meisje gepraat had, en u vermoedde dat ze met de verdwijning van de Swami te maken had. Op dat moment begon uw campagne om de vrouw in diskrediet te brengen en ook de Swami, opdat niemand zou luisteren naar wat zij zouden kunnen zeggen. U vertelde me dat de Swami een “drol” was, die alleen vertrokken was omdat hij niet buiten een vrouw kon, en u vertelde me dat de vrouw drugs smokkelde, een spionne was en een sexmaniak, die een tweeling gekregen had; dit bewees volgens u dat ze met verschillende mannen achter elkaar sexuele gemeenschap gehad had.

U hoorde dat ik goede relaties had met deze vrouw en haar gezin, en daarom betrok u mij in uw campagne om hen lastig te vallen en een slechte naam te bezorgen. U belde me soms twee maal per week in Chicago op om me opdracht te geven deze vrouw op te bellen met een collect call (d.w.z. op haar kosten) en haar te zeggen dat “Baba heel machtig is,” en dat ze moest oppassen met wat ze zei omdat u overal spionnen had die al haar bewegingen in de gaten hielden. Wanneer u over haar sprak werd u een maniak, Muktananda. U zette mij onder druk om zoveel mogelijk geld uit haar te persen, hetgeen ik weigerde, en uiteindelijk drong u er bij mij op aan haar te beledigen en onze relatie te beeindigen. Dit deed ik wel, tot uw kennelijke tevredenheid.

Toch wist ik te veel. Ik moest er ook gaan uitzien als een onbekwame gek, die gemakkelijk in diskrediet zou kunnen worden gebracht zodra ik over deze dingen zou beginnen te praten. Daarom werd ik in januari van dit jaar zonder verdere verklaring naar Oklahoma City gestuurd; daar moest ik met drie werkende meisjes in een flat met twee slaapkamers gaan wonen. Toch ging ik zonder vragen te stellen, ik vestigde daar een ashram, en ging daarmee door ondanks uw duidelijke ongeīnteresseerdheid en veelvuldige beledigingen. Toen, op zondag 7 juni, bereikten de “geruchten” mij eindelijk.

Twee mensen die al lang volgelingen zijn en zeer gerespecteerd worden, kwamen me in de ashram opzoeken, en ze vertelden me enkele zeer verbazingwekkende verhalen die ze door de telefoon gehoord hadden van enkele voormalige volgelingen van u in Oakland, Californië. Degene die hen opbelde zei dat u, Muktananda, twee mannen, namelijk Shripati en Joe Don Looney, naar Oakland gestuurd had toen u van Californië naar New York terugkeerde, om twee jonge echtparen lastig te vallen en te bedreigen die zich kort daarvoor uit de dienst aan u hadden teruggetrokken. Hen werd door uw mannen gezegd dat ze moesten ophouden over uw avonturen met jonge meisjes in uw slaapkamer te praten, want anders zouden ze “te grazen genomen worden.” De echtparen gingen naar het hoofd van de justitie (District Attorney) in het district Oakland en dienden een klacht in. Ze namen ook een advocaat in de arm, die u meedeelde dat als u niet ophield met hen lastig te vallen, een proces tegen u zou worden aangespannen. De echtparen werden ook daarna nog met fysiek geweld bedreigd voordat uw twee mannen uit de stad vertrokken

Dit was de “roddel” die ik op die zondag in juni te horen kreeg. Ik kon al deze beschuldigingen niet geloven zonder bewijs. Ik vroeg hen te regelen dat hun informatiebron in Oakland contact met me zou opnemen; ik wilde deze geruchten uit de eerste hand horen.

De volgende dag werd ik opgebeld door iemand in Oakland die ik al lang goed kende, sinds onze eerste tijd samen in Ganeshpuri. Hij vertelde me met veel overtuiging dat al deze genoemde gebeurtenissen echt gebeurd waren. Hij zei dat er tientallen verhalen waren van een aantal meisjes, die betrouwbaar waren en die ik goed kende, en die hadden gemeld dat ze door u naar uw kamers geleid waren en daar sexueel waren gebruikt door u, Muktananda, zogenaamd vanwege inwijding in Tantra. Hij en zijn vrienden hadden over deze dingen gepraat en waren daarna door uw mannen bezocht, lastig gevallen en bedreigd.

Ik zat in een lastig parket. Wat moest ik doen? Ik kon dit met niemand delen, en ik wist wat uw antwoord zou zijn als ik u erover zou vragen. Mijn enige echte keuzemogelijkheid was deze verhalen voor mijzelf te onderzoeken. Dus besloot ik vakantie te nemen en naar Oakland te gaan, om verder ondezoek te doen en te proberen de waarheid te achterhalen.

Ik nam uit de kas van de ashram het achterstallig salaris en het kleedgeld waar ik recht op had en kocht een kaartje naar Oakland. Ik bezocht de mensen waarvan verondersteld werd dat ze bedreigd waren, en ik logeerde bij hen. Ik luisterde naar wat ze zeiden over talrijke meisjes die ik al jaren kende en die hen hun verhalen over hun sexuele diensten aan u hadden verteld. Ik hoorde zelf het verhaal van een meisje die haar eigen ervaring van haar sexuele gemeenschap met u beschreef. Ik hoorde ook van anderen dingen die de verhalen over pesterijen en bedreigingen door uw twee mannen bevestigden. Nadat ik alles grondig nagevraagd had, kreeg ik het onweerlegbare gevoel dat deze verhalen waar waren. Ik kreeg het onweerlegbare gevoel dat er zoveel overeenstemming was, dat het onvoorstelbaar was dat ze het allemaal verzonnen hadden.

Het toppunt van dit alles kwam toen ik eindelijk het verhaal van Swami Tejomayananda hoorde. Hij wist al sinds 1977 van wat hij uw “sex lila” noemde. U had ontdekt dat hij ervan wist, en daarop gaf u hem een positie op de achtergrond zodat duidelijk was dat hij niet langer in de gunst was. Op deze manier zou hij gemakkelijk ervan kunnen worden beschuldigd dat “de druiven zuur waren,” als hij ooit iets zou zeggen. Toch bleef hij–al was het met een slecht humeur, totdat hij hoorde van uw poging zijn dochter, een tienermeisje, te verleiden. Toen ging hij midden in de nacht weg, in stille woede.

Voorheen was het voor mij mogelijk een verklaring te vinden voor het grootste deel van uw gedrag, Muktananda, en mijn oordeel over de rest eenvoudigweg op te schorten. Maar ik heb op geen enkele manier een verklaring kunnen vinden voor een zo groot bedrog, een zo grote achterbaksheid, waarmee u blijkbaar uw trouwe leerlingen door de jaren heen behandeld hebt. Ik heb geen manier kunnen vinden om dit in overeenstemming te brengen met mijn opvatting van “menselijke volmaaktheid.” Ik geloof dat wanneer een Guru het zicht begint te verliezen op morele waarden — door seniliteit, krankzinnigheid, ziekte, of welke oorzaak dan ook, en anderen begint te beschouwen als objecten om voor zijn eigen doeleinden te manipuleren en te gebruiken, en wanneer hij zijn toevlucht begint te nemen tot bedreigingen met geweld om de leugen van zijn persoonlijk leven te verbergen, dat het dan de PLICHT van de leerling is deze Guru te verlaten. Het is daarom met grote droefheid en diepe zorg dat ik mij gedwongen voel mijn leerlingschap bij u te beëindigen. Moge God u beschermen en leiden.

Hoogachtend,

Stan Trout