Ik kwam in 1983 met Siddha Yoga in contact

Ik kwam in 1983 met Siddha Yoga in contact en begon onmiddellijk mee te doen aan de activiteiten. In die tijd was ik depressief, boos, en teleurgesteld in het leven. Hoewel ik aan de meeste programma’s meedeed, had ik niet veel contact met de andere mensen, en ik deed nooit seva. Ik vond het chanten en mediteren ontspannend en zeer de moeite waard. Al gauw deed ik mijn eerste intensive en kreeg ik een spirituele naam; die naam werd mij gegeven door Nityananda Junior (de broer van Gurumayi).

Ik was teleurgesteld toen Nityananda aftrad, want in die tijd vond ik dat hij mijn Guru was, en dat Gurumayi alleen een façade was. Toen hij aftrad dacht ik “Nu zit ik met haar opgescheept.”

Door de jaren heen leerde ik echt van Gurumayi te houden. Ik vond dat ze eerlijk was, zorg voor de mensen had, direct was, met de beide benen op de grond stond, en een goed gevoel voor humor had. Ik geloof echt dat er toen ondanks de duistere kanten van Siddha Yoga (waar ik toen niets van af wist) een evenwicht was, en dat daarom zo veel dingen geheim gehouden konden worden. In die tijd ging de meeste aandacht uit naar de spirituele oefeningen, en niet naar geld. Ik begrijp niet waarom er nu nog zoveel mensen naar Siddha Yoga toe getrokken worden, nu het evenwicht zo erg zoek is.

Toen Nityananda weer geïnstalleerd werd en weer programma’s begon te geven, hoorde ik terloops dat er een paar ontevreden volgelingen waren die hem en zijn aanhangers lastig vielen. Maar toen was ik hem zo goed als vergeten, en ik voelde me toegewijd aan Gurumayi. Ik zou toen nooit geloofd hebben dat Gurumayi achter dat lastigvallen zat, en dat dit doorging tot hij tot Mahamandaleshwar werd gewijd.

Ik kwam heel toevallig in aanraking met de duistere kant van Siddha Yoga. In 1994 had ik een opstel geschreven over: Wat is een Ashram? Dit was een opdracht die Gurumayi gegeven had aan elke volgeling die eraan wilde meedoen. Mijn opstel ging over de geschiedenis van ashrams en gurukula’s vanaf de stichting door Shankaracharya, de relatie van de mahamandaleshwar tot de ashram, de positieve ervaringen van volgelingen van Siddha Yoga, mijn eigen ervaringen met de oefeningen, en mijn shaktipat ervaring. Een gedeelte van het opstel moest over ervaringen gaan en, hiervoor ontwierp ik een vragenlijst, die ik anoniem door diverse volgelingen liet invullen. Toevallig schreef ik dit opstel ongeveer in de tijd dat het artikel O Guru Guru Guru (New Yorker, November 1994) op het punt stond om te verschijnen, en dat was ook ongeveer de tijd waarin Nityananda op de nominatie stond om Mahamandaleshwar te worden. In die tijd wist ik niets van deze gebeurtenissen.

Op een manier die alleen iemand die het zelf heeft meegemaakt kan begrijpen, werden gedeelten uit mijn opstel onderdeel van de Siddha Yoga programmas, cursussen en intensives. Ik begon een heel speciale behandeling te krijgen. Op dat moment was ik ongeveer acht jaar centrumleider geweest, dus ik behoorde al tot het ‘buitenste’ deel van de binnenste cirkel. Nu werd ik dieper in die binnenste cirkel getrokken.

Vlak voor deze tijd had Gurumayi dansavondjes voor alleenstaanden georganiseerd, en ze had mensen aan elkaar gekoppeld om te trouwen. Ze besloot dat ik met het verwende zoontje van een van de volgelingen in de allerbinnenste cirkel moest trouwen; de zoon van iemand die al heel lang in Siddha Yoga zat. Ik schreef een duidelijke brief aan Gurumayi dat ik geen interesse had om met iemand te trouwen, en zeker niet met degene die zij uitgekozen had. Als ze een man had uitgekozen inplaats van een jonge jongen had ik er misschien anders over gedacht. Maar die jongen besloot dat ik zonder hem niet kon leven, en hij begon me te behandelen alsof ik hem achterna zat. Dat was totaal onwaar, en als hij even had stilgestaan om te luisteren had ik hem dat verteld.

Ja, nu kwam ik erachter waar het in Siddha Yoga echt om ging. Omstreeks Labor Day (eind Augustus)1993 besloot Gurumayi mijn devotie te testen door me elke keer als ik naar de ashram kwam, lastig te laten vallen door de door haar uitgekozen jongen en zijn familie. Ik denk dat ze wilde zien hoe ik zou reageren. Het maakte daarbij niet uit dat de geselecteerde jongen uiteindelijk met iemand anders trouwde, en dat ik in de twee jaar dat dit vervelende gedrag doorging geen woord tegen hem en zijn familie zei, en niet op hen reageerde. Maar zij deden alle moeite om mij lastig te vallen, want als ze dat niet gedaan hadden, had ik ook niets gedaan. Dat is niet mijn stijl. Toch dacht ik toen niet dat Gurumayi achter dit vervelende gedrag zat. Ik dacht dat die mensen een stelletje gekken waren en ik besloot me niet tot hun niveau te verlagen. Ik wist waarom ik aan Siddha Yoga deed, en dat had niets te maken met wat zij deden.

Op een persoonlijk niveau gebeurde er ook veel in die periode. Mijn vader werd erg ziek en was regelmatig in het ziekenhuis, hij overleed in het eind van 1994. Ik verloor op dezelfde manier ook veel vrienden en twee collega’s. Dertien sterfgevallen in een periode van achttien maanden. Emotioneel was dit voor mij een heel moeilijke periode, en ik liet dit aan Gurumayi weten, en dacht dat ze het zou begrijpen. Maar inplaats daarvan werd de druk op me vergroot. Inplaats dat ik naar de ashram kon gaan om troost te vinden, werd ik om niets lastig gevallen, terwijl ik door de emotioneel moeilijkste periode van mijn leven ging. Toch dacht ik geen moment dat Gurumayi er achter zat, en ik dacht dat wanneer ze te weten zou komen wat er aan de hand was, ze het zou laten ophouden. Ik wilde geen slecht karma krijgen.

Mijn relatie met mijn vader was het grootste deel van mijn leven vreselijk, en de dansavondjes voor alleenstaanden brachten al die onderdrukte gevoelens naar boven. Door zijn dood kwamen ze echt aan de oppervlakte. Ik was emotioneel beschadigd. Toen ik het laatste sterfgeval in die periode moest verwerken was ik emotioneel uitgeput en kon het niet meer verdragen.

Terug naar het opstel over de ashram. Gurumayi was heel tevreden met dit opstel en ook met mij, omdat ik het geschreven had. Zoals ik al gezegd heb werd het op diverse manieren gebruikt om tegengas te geven tegen de negatieve publiciteit die Siddha Yoga in die tijd kreeg; daar ben ik later achter gekomen. Ze besloot me te belonen door me veel cadeaus te geven en me als voorbeeld van een ware volgeling te gebruiken. Rond die tijd kreeg ik een eerste vage idee van wat er echt gebeurde. De eerste aanwijzing was iets dat Gurumayi tegen de voor mij uitgekozen jongen zei, en dat mij duidelijk maakte dat zij wist waar ik doorheen ging, en dat ze dat zelfs had gearrangeerd. Wat ze tegen hem zei kwam erop neer dat hoewel hij en zijn familie er niet in geslaagd waren mij te breken, hij niet voor deze “mislukking” hoefde te boeten. Dat was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Ik had dit alleen zolang uitgehouden omdat ik dacht dat Gurumayi me altijd steunde. Ik was er kapot van en viel gewoon uit elkaar.

Andere dingen stoorden me ook. De onechte vriendelijkheid van mensen, swami’s en anderen, die onder normale omstandigheden helemaal geen aandacht voor me gehad zouden hebben. Ze gaven me teveel aandacht en het was niet echt. Zij waren net als de vrouwen uit Stepford (d.w.z. robotten). Ik voelde me als een proefdier in een wetenschappelijk experiment, en mijn instinct zei me dat er iets niet in orde was. Op een dag was Gurumayi bij de ingang van Muktananda Mandir en ze verdeelde prasad, en de mensen duwden en drongen om dat snoepgoed te krijgen alsof hun leven ervan afhing. Dit terwijl het volwassen mensen waren. Ik kan het niet echt uitleggen, maar op dat moment besloot ik eruit te stappen.

Ik maakte de fout een eerlijke brief aan Gurumayi te schrijven, in overeenstemming met mijn emotionele toestand van dat moment. Ik dacht dat dat was wat ze wilde. In gedachten droeg ik deze lagere emoties aan haar op om gezuiverd te worden. Ik gaf de brief aan haar tijdens darshan op haar verjaardag in 1995. Dat was mijn manier om te zeggen dat ik het laagste in me wilde opgeven om samen met haar te zijn. Nu, deze brief veranderde alles. Ten eerste was haar interpretatie dat, na al hetgene dat ze mij gegeven had, ik haar nu uitvloekte, nota bene op haar verjaardag. Ik was een ondankbare demon die niet in de ashram thuishoorde. In de twaalf jaar dat ik Siddha Yoga gedaan had, had ik nooit iets gedaan dat op deze manier kon worden uitgelegd. Ik was juist één van die doorzetters die elke dag de oefeningen doen en het doel echt wilden bereiken.

Vanaf dat moment wist ik dat ze me niet op een manier behandelde die ik verdiende. Ik probeerde daarover te praten met dezelfde swami’s die, voordat ik die brief schreef, zoveel moeite deden om bij mij in de buurt te zijn, en ik probeerde hun uit te leggen wat ik bedoelde. Op dat moment kreeg ik te zien hoe de insiders in de ashram functioneren. Gurumayi kiest bepaalde mensen uit om op bepaalde manieren behandeld te worden. Alle anderen spelen het spelletje mee. Als er iets “fout” gaat, ontkennen de insiders, inclusief de swami’s, alles meteen. Ik noem dit ontkennen-voor-een-dubbeltje. Ze weten zogenaamd niet waar je het over hebt en ze nemen er geen verantwoordelijkheid voor. Een swami met wie ik probeerde te praten, antwoordde: “Je moet Gurumayi niet de schuld daarvan geven.” De leringen worden gebruikt en men verbergt zich erachter. En ik bedoel: gebruikt in de laagste betekenis van het woord. Siddha Yoga is een schijnvertoning van de leerstellingen die zij zelf uitdraagt. Dharma en karma gelden alleen voor de mensen die de ashram bezoeken, niet voor de Guru, de mensen om haar heen, en haar medewerkers. Met andere woorden, de medewerkers denken dat ze alles met iedereen kunnen doen, en het doet er niet toe of dat zou worden afgekeurd volgens algemene maatschappelijke normen, zolang Gurumayi het maar goedvindt. Als iets fout gaat krijgt het slachtoffer de schuld en de daders worden beloond. In mijn geval werd de voor mij uitgekozen jongen beloond voor zijn grote “moed” terwijl hij zich achter de rug van zijn moeder verschool. Het is een ziek en subtiel spel, en de enige manier om het te zien is wanneer het jezelf overkomt. Daarom begrijp ik de mensen die zeggen dat de verhalen op deze website niet waar kunnen zijn. En als je het wel kunt zien, dan is het je eigen negatieve manier van waarnemen.

Dit is dus mijn ervaring met De FARCE die vroeger als Siddha Yoga bekend stond. Een positief gevolg is dat ik gedwongen werd mijn eigen donkerste emoties in het gezicht te zien, doordat ik emotioneel geen kant uit kon en tegen een muur stond. Dat waren dingen die ik lang geleden begraven had en die me vasthielden. Een van de belangrijkste dingen die ik daarvan geleerd heb is, dat ik lang in mijn verdriet vastgezeten had, en nooit beslist had of ik wilde leven of sterven. Ik zat eigenlijk in een wachtkamer, en bestond alleen maar. Ik heb toen de tijd genomen voor het pijnlijke proces om met die gevoelens contact te maken, verantwoordelijkheid voor mijn keuzes te nemen, en mezelf voor mijn onwetendheid te vergeven. Nadat ik de vampieren in de ashram achter mij gelaten had, was ik gemotiveerd helemaal de baas over mijzelf te zijn, want als ik dat niet was, was er wel iemand anders die graag de baas over mij zou spelen. Ik kwam erachter dat ik bang was de baas over mijn eigen kracht te zijn. Dat voelde vreemd voor mij. Ik voelde me gemakkelijker in de rol van waardeloos, hulpeloos slachtoffer. Nu heb ik verbinding met mijn eigen waarden en ik leef op een manier die overeenkomt met wat echt belangrijk voor mij is. Ik voel me heel, krachtig, gezond en in mijn eigen centrum, en dat voor het eerst in een heel lange tijd. Ik heb contact met de Goddelijke kracht in mezelf en daarop mediteer ik.

Een laatste opmerking: alsjeblieft, beoordeel de hele Indiase spirituele gemeenschap niet op grond van de negatieve ervaringen met Siddha Yoga. Er zijn echte shaktipat gurus, die hun pad zuiver houden, en volgens zeer hoogstaande principes leven. De leerstellingen uit de heilige geschriften, de meditatie, het chanten en de Shakti komen niet alleen voor in de organisatie die als Siddha Yoga bekend staat. Die zijn tijdloos, en die zijn zuiver. Daarom kan Siddha Yoga, zoals voorgesteld door Gurumayi, echt bestaan. De ashram kan de mensen bedriegen en zich daarin achter de oefeningen verschuilen, maar de oefeningen zelf en de energie daarachter kunnen niet bedorven worden.

Ik ben de mensen die deze website hebben opgezet dankbaar. Ik werd ervan beschuldigd één van het handjevol ontevreden ex-aanhangers te zijn die negatieve dingen over Siddha Yoga op het internet zeggen, voordat ik wist dat het internet bestond. Toen dacht ik dat als ik ergens van werd beschuldigd, ik dat dan maar moest lezen om erachter te komen waarvan ik precies beschuldigd werd. Deze website hielp me snel te genezen: ik kwam erachter dat ik niet gek was, en ook dat ik niet de enige was met negatieve ervaringen met Siddha Yoga.

Juli 97